Biografie
Michael Boogerd ziet op 28 mei 1972 om 6.37u. in Den Haag voor het eerst het daglicht. Hij weegt dan 3550 gram en is 49,5 cm lang.
De tweede zoon van het echtpaar Boogerd brengt ook zijn gehele jeugd door in de regeringsstad. Het toeval wil dat hij enkele jaren bij ene Richard Krajicek in de klas zat. Veel is deze overigens niet op school. Vader Krajicek verplicht op onzachtzinnige wijze de latere Wimbledonwinnaar in buitenlandse toernooien tegenstandertjes van de baan te serveren.
Hoe anders steekt het sportleven van Michael in elkaar! Michaels oudere broer Rini fietst al vanaf zijn zevende. Michael was twee. Bij de familie Boogerd stond alles in het teken van fietsen.
In navolging van zijn oudere broer Rini klimt hij op achtjarige leeftijd op de fiets en maakt hij door het rijden van jeugdwedstrijden voor de Haagse club Sparta op speelse en ongedwongen wijze kennis met de wielersport. Na twee jaar wordt het Zoetermeer '77.
De liefde voor het wielrennen is niet blind en onbeperkt. Als hij dertien is heeft Michael er een beetje genoeg van en gaat hij zich bezig houden met andere zaken die een jongen van die leeftijd boeien. Echter, als zijn broer enkele jaren later dezelfde stap neemt en ook zijn fiets aan de kant zet, mist Michael na een tijdje het huiselijke geleuter over fietsen en maakt hij zijn rentree bij de nieuwelingen (1988).
In die tijd maakt Michael kennis met het klimmen. Omdat iemand hem wijs gemaakt heeft dat je in Limburg gemakkelijk prijs kunt rijden, reist hij met zijn vader af naar een klimcriterium in die streek. Bij het inschrijvingslokaal ziet Michael de fietsen van zijn tegenstanders staan en direct zakt de moed hem in de schoenen: in tegenstelling tot de Hagenaar zijn ze allemaal zo verstandig geweest een aangepast verzet te monteren. Eigenlijk wil Michael meteen weer naar huis, maar om de reis niet voor niets gemaakt te hebben start hij tenslotte toch maar. Tot zijn eigen verbazing rijdt hij met zijn grotere verzet alle concurrenten uit het wiel en soleert naar de overwinning. Michael maakt zichzelf niets wijs: "een toevalstreffer op een hele goede dag" houdt hij zichzelf voor. Totdat enkele weken later bij een volgende gelegenheid het hierboven beschreven scenario zich herhaalt. Dan pas begint het bij Michael te dagen dat hij kan klimmen.
Zijn prestaties op moeilijk terrein blijven niet geheel onopgemerkt bij bondstrainer Egon van Kessel. Een keurig samengesteld dossier waarin hij zichzelf presenteerde geeft de doorslag: tot veler verbazing wordt de renner met de bescheiden erelijst door de keuzeheer in de nationale juniorenselectie opgenomen.
In deze selectie maakt hij de overstap naar de amateurs. Bondscoach Piet Kuys heeft wel in de gaten dat de lichtgebouwde Boogerd in de Nederlandse klassiekers enkel van de dijken zou waaien en laat zijn pupil vooral in het buitenland rijden. Het valt hem op dat de Hagenaar verschrikkelijk diep kan gaan: Michael valt herhaaldelijk na zware inspanningen zowat van zijn fiets. Michaels lichaam is echter minder sterk dan zijn geest en moet wennen aan de opeenstapeling van dergelijke zware inspanningen. Een reeks vervelende blessures is het gevolg. Een moeilijke tijd breekt aan, ook al omdat de opvolger van Piet Kuys, Piet Hoekstra, veel minder vertrouwen heeft in Boogerd. Michael zou een te kleine motor hebben om een echt wereldtopper te worden. Geconfronteerd met dit feit kan Michael nu alleen maar lachen. "Ik ken er nu heel wat die mijn motortje zouden willen hebben", zegt hij.
Michael vecht zich terug en nadat hij in de Drielanden Omloop het hele peloton op minuten heeft gereden, gaat in Den Haag de telefoon. Het is Jan Raas met het aanbod om prof te worden bij WordPerfect. Michael hapt toe en wordt broodfietser. Echter het blessureleed is nog niet geheel geleden. Bovendien is de sfeer in de ploeg niet best. Na een veel te zwaar voorjaar staat hij in 1995 zelfs op het punt om zijn fiets doormidden te breken, als hij op het eerste het beste colletje in de Classique des Alpes jankend gelost wordt. Jan Raas blijft echter vertrouwen houden en Boogerd verhuist mee naar de nieuwe sponsor die de Zeeuw heeft weten te strikken: Rabobank.
De Tour van '96 wordt door velen gezien als de doorbraak van Michael. In de stromende regen rijdt hij op weg naar Aix les Bains in volle finale met Melchior Mauri weg uit het peloton. De Spanjaard verkijkt zich in de laatste bocht en zet koers naar de hekken, "waarna Michael alleen verder moet. Hij weet echter het peloton voor te blijven, zodat de armen de lucht in kunnen. Achter de streep spreekt hij de historische woorden:"Win ik hier godverdomme zomaar een touretappe!"
Was de eenendertigste plaats in die Tour van '96 al mooi, de volgende jaren wordt steeds duidelijker, dat Michael dankzij zijn talent om bergop te rijden uit kan groeien tot een goed ronderenner. In de EPO tour van 1998, waarin Virenque en zijn Festinaconsorten naar huis gestuurd worden, houdt hij het hoofd koel, rijdt met de besten mee omhoog en tikt in Parijs als vijfde aan. Nederlands kampioen is hij op dat moment al voor de tweede keer, nadat Erik Breukink op symbolische wijze op een door Rabobank overheerst NK 1997 de macht aan hem overgedragen had.
Michael weet zijn goede vorm te behouden in het naseizoen. Op een - geheel volgens Hollandse traditie - in het water gevallen WK in Valkenburg zit hij samen met een van kanker herstelde en zwaar verbazende Lance Armstrong in de finale bij de beste zes renners, maar rijdt hij op een cruciaal moment lek. Weg zijn de kansen op de regenboogtrui, die vervolgens naar de man gaat die toch wel de sterkste van die dag is: Oscar "le facteur" Camenzind. Diezelfde Camenzind is ook de week daarna te sterk voor Michael en verwijst hem in de Ronde van Lombardije terug naar de tweede plaats.
Ook in het daaropvolgende voorjaar trekt Michael de stijgende lijn door. Gesteund door een indrukwekkende Rabo-equipe houdt hij zich Frank VandenBroucke van het lijf in Paris-Nice. In Luik-Bastenaken-Luik zijn de rollen helaas omgedraaid. Weer iets later slaat hij nota bene in eigen land bovendien voor het eerst toe in een wereldbekerwedstrijd: in een millimetersprint klopt hij in de laatste meters van de Amstel Gold Race verrassend Lance Armstrong. De Amerikaan heeft echter verreweg de meeste arbeid verzet en heeft nog andere doelen voor orgen: "Michael will pay me back in july", zegt hij.
En inderdaad, Lance Armstrong is niet te kloppen in de Tour van 1999, terwijl bij Michael al in de voorbereiding naar de Tour het kaarsje langzaam uitgaat. De ongelukkig gekozen Passage du Gois in de eerste dagen van de Tour maakt een einde aan de illusies van Michael. Na een lelijke valpartij en met minuten achterstand rijdt Michael de Tour nog wel uit, maar daar is dan ook alles mee gezegd.Na de Tour blijkt ook dat het privé allemaal niet lekker zat. De relatie met zijn vriendin waarmee hij in het Belgische Essen samenwoonde loopt stuk en Boogerd is wat later te vinden aan de zijde van een topmodel. Dit levert tot ergernis van Michael vervelende verhalen op in enkele roddelbladen.
In 2000 wordt er voor een andere seizoensopzet gekozen. Minder wedstrijden in het voorjaar om een betere Tour te rijden. Echter, een valpartij in Spanje gooit roet in het eten en stuurt het voorjaar in de war. Pas in de Amstel Gold Race is de oude vorm terug en sprint Michael naar een tweede plaats achter de snelle Duitser Erik Zabel. Na het matige voorjaar zijn de verwachtingen hooggespannen voor de Tour de France. Na de eerste bergetappe moet Michael helaas zijn doelen bijstellen: hij slaagt er niet in de eersten te volgen op weg naar Hautacam. In de Alpen verbetert de situatie zich niet en in de laatste etappes slaan zwakte en ziekte toe, zodat het helemaal einde verhaal is.
Na de traditionele criteriums besluit Michael zich voor te gaan bereiden op de wereldkampioenschappen in Plouay. Sydney laat hij daarom aan zich voorbijgaan. In Plouay heeft Michael goede benen, maar omdat hij te vroeg zonder ploegmaats komt te staan zit er niet meer in dan een 11e plaats. Na de finish komen de emoties los: de combinatie van een recent sterfgeval in de familie en het gevoel dat er absoluut meer in had gezeten, worden Michael even te veel.
Na een welverdiende vakantie, begint al vroeg in de winterperiode de voorbereiding op het nieuwe seizoen. De grote hoeveelheid trainingsarbeid betaalt zich al snel uit: reeds in zijn eerste koers, de ronde van Mallorca, weet Michael zijn eerste zege van het seizoen te pakken. En daar blijft het niet bij: Michael wordt de meest succesvolle renner van het voorjaar met successen in de Ronde van Valencia (2x) en de Tirreno Adriatico. Bovendien zit Michael met een tweede plaats achter ploeggenoot Erik Dekker zeer dicht bij de eindzege van de Ronde van Valencia, is hij oppermachtig in de Catalaanse week en gaan de eindklassementen van de Tirreno Adratico en de Ronde van het Baskenland maar net aan zijn neus voorbij. Wat opvalt is dat Michael wat aan explosiviteit lijkt te hebben gewonnen. De meeste van zijn zeges worden behaald in een sprint met een kleine groep.
Dit laatste onderstreept Michael in de Belgische klassieker de Brabantse Pijl. Deze zware koers over de Alsemberg, die al lang op het verlanglijstje van de Rabobankrenner stond, draait na een harde koers uit op een sprint bergop met de Belgen Dave Bruylandts en Axel Merckx als grote concurrenten. Geen van beide kunnen echter het wiel van Boogerd houden, zodat deze een kroon kan zetten op het prachtige voorbereidingswerk van zijn ploeg.
Sterk is Michaels optreden ook in "zijn" Luik-Bastenaken-Luik". Aan het einde van de ogenschijnlijk wat mat verlopen koers vinden de grote tenoren elkaar terug in een kopgroep van vijf. Deze keer heeft Michael helaas geen jus meer om werkelijk een vuist te maken, zodat ex-wereldkampioen Oscar Camenzind met de bloemen naar huis gaat. Boogerd kan er vrede mee hebben: "Ik heb hier verloren van de wereldtop."
In de Amstel Gold Race wordt Michael in het defensief geduwd door een fabelachtige Erik Dekker. Een rustperiode om de accu's weer op te laden volgt. En terwijl de Giro d'Italia overschaduwd wordt door dopingrellen, bouwt Michael aan zijn voorbereiding op de Tour. Een Tour waarvoor hij na enkele teleurstellende edities vastbesloten is zichzelf niet teveel druk op te laten leggen.
De eerste week komt hij zonder meer goed door. Rabobank pakt in Antwerpen in de persoon van Marc Wauters de eerste gele trui in haar geschiedenis, maar weet deze jammer genoeg niet lang vast te houden. Op weg naar Verdun kiest Michael voor de aanval, zodat hij zijn wagonnetje aan kan haken wanneer het eerste peloton van het door de sterke wind in waaiers geslagen rennersveld langskomt. Ook de ploegentijdrit levert weinig tijdsverlies op. Nadat Erik Dekker met een ritzege wat druk van de ketel gehaald heeft, rijdt Michael op weg naar l’Alpe d’Huez naar een meer dan keurige 10e plaats. De opluchting is groot, de teleurstelling ’s anderdaags na een slechte klimtijdrit ook. Ook in de Pyreneeën gaat het de ene dag beter dan de andere en verliest Michael uiteindelijk meer tijd dan hem lief is. De echte bergen mogen dan achter de rug zijn, de Tour is pas in Parijs afgelopen: Michael nestelt zich via een slimme vlucht weer in de top 10 en blijft daar tot in de Franse hoofdstad. Het vooraf gestelde doel is daarmee gerealiseerd.
Na de Tour 2001 werkt Michael toe naar het WK in Portugal en de Ronde van Lombardije. Een etappe-overwinning in Rheinland-Pfalz is daarbij zijn belangrijkste wapenfeit. Tijdens het WK heeft Michael de pech dat de koers nooit echt openbreekt. Hij probeert het nog één keertje onder de rode vlag, maar geeft later aan dat dit een wanhoopspoging was. Tegen mannen als de uiteindelijke wereldkampioen Freire, Zabel en Bettini heeft hij immers toch geen kans in de sprint.
In de Ronde van Lombardije, een week later, is Michael een van de mannen die de wedstrijd maken. Na de val van zijn Zweedse medevluchter in een afdaling rijdt Michael alleen op kop, maar wordt bijgehaald door drie sterke coureurs: de na zijn schorsing volledig opgeleefde Richard Virenque en de Italianen Figueras en Di Luca. Laatstgenoemde neemt revanche op zijn teleurstellende Giro-optreden in het voorjaar door zijn landgenoot te verslaan in de sprint. Michael vult als derde het podium aan.
Wel goed zijn, maar niet winnen. Dat is een beetje de rode draad van het voorjaar van 2002, Michaels negende profjaar. Een cruciale rol wordt daarbij gespeeld door de afwezigheid van Erik Dekker. De Drent gaat, nadat hij met hulp van Michael de hoofdprijs heeft gepakt in de lastige Tirreno-Adriatico, tegen de vlakte tijdens Milaan - San Remo en breekt zijn been. De revalidatie neemt het hele voorjaar in beslag. En dus mist de Raboploeg een tweede speerpunt en staat Michael er wat het kopmanschap betreft alleen voor. Dat maakt het er niet gemakkelijker op. In de wedstrijden dat Michael goed moet zijn, is hij ook goed. Het ontbreekt hem echter aan het beetje geluk dat nodig is om een koers naar zijn hand te zetten. In Luik-Bastenaken-Luik wordt er bovendien “op zijn wiel gereden” door vele concurrenten.
Enigszins getergd gaat Michael daarom naar de Amstel Gold Race. Daar lukt het hem wel om de koers te maken. Op een kilometer of veertig van de streep blijkt de Eyserbosweg het breekpunt. Alleen Lance Armstrong (Are you going to win the Amstel this year? – No, I’ll probably be beaten by a Dutchman in the sprint!) en de Fassa Bortolo’s Ivanov en Bartoli kunnen de Hagenaar bijbenen. De laatste twee trekken er echter voortdurend tussenuit. Desondanks loopt het uit op een sprint die een overwinning oplevert voor de explosieve Bartoli.
Fietsen is al mooi, fietsen in Italië is nog mooier. Michael mag graag afreizen naar het land van de pasta’s om er te trainen of te koersen. Het fraaie landschap, het prettige klimaat en de Italiaanse passie voor de wielersport zijn de veelbelovende ingrediënten van de Giro. Omdat de Giro bij uitzondering start in G(i)roningen en omdat dit jaar het traject lijkt op dat van de Tirreno-Adriatico, besluit Michael voor het eerst van zijn leven aan de Italiaanse Ronde mee te doen. Niet zozeer om op het roze te jagen, maar vooral om te proberen een etappe te winnen. Zijn plannen worden in de war gestuurd door een valpartij in de eerste echte etappe. Hij overweegt de koers te verlaten en dat hij ondanks fysiek ongemak zijn neus aan het venster steekt in de etappe naar Ans tekent zijn vechtlust. In de echte bergetappes blijkt Michael toch te kort te komen in vergelijking met de Italianen die het hele jaar in dienst stellen van “hun” Giro. Ondanks dat in de laatste bergetappes de spijsvertering voor problemen zorgt, kijkt Boogerd in finishstad Milaan tevreden terug op zijn debuut. Hij ziet er wel perspectieven voor de komende jaren.
De periode tussen Giro en Tour overbrugt Michael met een trainingskamp in de Alpen. Daar maakt hij uitgebreid kennis met zijn nieuw Tourcompaan Levi Leipheimer. Michael leert de Amerikaan kennen als een nuchtere jongen met gevoel voor humor én uitstekende fietskwaliteiten. Omdat Leipheimer de Route du Sud naar zijn hand weet te zetten reist de Raboploeg vol verwachting af naar Luxemburg voor de start van de Tour 2002. Mét Michael Boogerd, die zich gelukkig prijst dat hij niet langer het enige middelpunt van de aandacht zal zijn binnen de ploeg.
Aan de vooravond van Michaels vertrek naar Luxemburg begint Michael tevens aan een volgende fase in zijn leven. Michael vraagt namelijk zijn vriendin Nerena ten huwelijk.
De Tour van het jaar 2002 blijkt voor Michael weer een mooie Tour te worden. Net als in de voorjaarsklassiekers, rijdt Michael nu ook weer aanvallend mee. Na enkele wat stroef verlopen bergetappes in de Pyreneeën worden de benen van Michael deze Tour met de dag beter. In de dertiende etappe, met aankomst in Béziers, levert dit bijna een etappezege op. David Millar blijkt echter de meest rappe man in de kopgroep te zijn. Bovenop de Mont Ventoux krabt Michael zich achter zijn oren. Richard Virenque heeft na een slim opgevoerde show de hoofdprijs gepakt en die rijdt toch echt niet beter dan hem. En dus valt Michael weer aan in de koninginnerit. En dit keer niet zonder resultaat: na een lange solo van 85 kilometer over de col de la Madeleine en de klim naar het skioord La Plagne pakt hij de bloemen. Michael weet zijn vorm tot het einde van de Tour te behouden. In de laatste tijdrit zet Michael een superprestatie neer en klimt daarmee in het algemeen klassement van de 13e naar de 12e plaats.
Na de Tour stort Michael zich in het criteriumcircus. Op vele plaatsen besluit hij de rondjes rond de kerk met een eerste plaats. Het zijn echter wel slopende weken waardoor de echte vorm verdwijnt. In het najaar zien we Michael echter wel weer van voren rijden in de zware Italiaanse najaarsklassiekers en wint hij na veel geklooi met zijn oortelefoontje de koninginnerit in de Rond van Nederland. Na het WK in Zolder, waar Mario Cipollini er geen twijfel over laat bestaan dat hij de beste sprinter ter wereld is,is er nog een mooie uitslag in een verder vrij onopvallend gereden Ronde van Lombardije.
Het wielerseizoen wordt afgesloten met een vakantie op Curaçao. De heren van de wereldbeker hadden bedacht dat het wel eens aardig zou zijn in het Caribisch gebied de wereldbeker uit te reiken. Voor sommige renners zou dit immers aardig te combineren zijn met één of twee weekjes genieten. En dus wordt er gebeachvolleybald en gezwommen met dolfijnen. Echter…er wordt ook gefietst tegen de top van het Caribisch gebied. En bij 40 graden valt dat nog vies tegen. Michael bewijst echter altijd te willen winnen door de zege voor de neus van wereldbekerwinnaar Paolo Bettini weg te kapen.
De winter wordt op feestelijke wijze ingeluid: begin december stapt Michael met zijn vriendin Nerena onder aanzienlijke publieke belangstelling in het huwelijksbootje, waarna de voorbereidingen op het seizoen 2003 alweer snel beginnen…
In die voorbereidingen op 2003 stoot medekopman Erik Dekker zijn knie en raakt daardoor langdurig geblesseerd. Omdat ook Oscar Freire de hoge verwachtingen niet waar maakt, komt opnieuw veel op de schouders van Michael terecht. Het Rabobank voorjaar begint voorspoedig met zeges van Roy Sentjes en Steven de Jongh in belangrijke Belgische wedstrijden. Echter, na een prachtige overwinning van Michael in een van zijn lievelingswedstrijden, de Brabantse Pijl, houdt het een beetje op. Hoewel Michael steeds op de voorste rijen van het peloton te vinden is, zit een grote overwinning er niet meer in.
Rabobank vertrekt vol goede moed naar de Tour, waar Michael naast het jagen op ritzeges Levi Leipheimer zal ondersteunen. Helaas komt de Amerikaan al in een van de eerste etappes zwaar ten val. Omdat ook Marc Lotz bij dezelfde valpartij de strijd moet staken, is de Rabobank ploeg direct veel van zijn troeven kwijt. Michael voert nog wel een mooi nummer op in de laatste Pyreneeën rit, die na een lange solo gewonnen wordt door Tyler Hamilton.
Ook na de Tour zien we Michael in een prima vorm terug in de klassiekers. Een valpartij in de Clasica san Sebastian staat een goede klassering echter in de weg. En in de Omloop van Zurich mist hij een beetje geluk. Ondertussen zorgen al die ereplaatsen er wel voor dat Michael naar een fraaie tweede plaats in het Wereldbekerklassement rijdt, achter Paolo Bettini, maar voor Peter van Petegem, die zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix op zijn naam schrijft.
Michael bevestigt zijn goede vorm met een keurig gereden WK in een sfeerloos ogend Hamilton. Het nieuwtje van het najaar is echter dat Michael en Nerena in juni 2004 een eerste kleine Boogerd verwachten!
2004 wordt een jaar van “vaak bij de besten, nooit winnen.” Michael rijdt zonder meer een indrukwekkend voorjaar. Jammer genoeg ligt de Italiaan/Argentijn (hij verandert halverwege het seizoen van nationaliteit) Davide Rebellin dwars. Zowel in de Amstel Gold Race als Luik-Bastenaken-Luik komt Michael net te kort in een rechtstreeks duel.
De Brabantse Pijl? Zelfde verhaal, alleen gooit nu een andere Italiaan roet in het eten: Luca Paolini. Ondertussen vergaat het Rabobank niet slecht. Milaan - San Remo is direct al een prooi voor Oscar Freire en Erik Dekker pakt in een regenachtig Rotterdam de nationale titel.
De 2004 editie van de Tour de France is een fletse. Lance Armstrong is zó
sterk dat de spanning er snel af is. Rabobank weet geen ritten te winnen, al vallen Dekker, De Groot, Kroon en Rasmussen op met soms lange ontsnappingen. Michael zelf, nét vader van zoon Mikai (hoera!) ligt meer op de grond dan dat hij op de fiets zit. Op karakter rijdt hij uit, terwijl het misschien veel beter geweest was om het strijdperk te verlaten. Na de Tour komt Michael vrij moeizaam weer op gang. Er is een akkefietje met de organisatie van enkele criteriums die hem liever niet aan de start lijken te zien. Of hem anders als geldwolf afschilderen.
Pas tegen het WK is hij weer de oude. Een derde plaats in de Coppa Sabatini is het bewijs. Op het fraaie pacours van Verona is hij bergop misschien wel weer de beste. Maar aan de finish wordt het toch weer sprinten en dus pakt de razendsnelle Freire zijn derde wereldtitel. Eindelijk een regenboogtrui voor Rabo, dat wel.
Enkele weken later zijn de druiven enigszins zuur als Michael voor de derde keer een tweede plek in de Ronde van Lombardije, de laatste Wereldbekerwedstrijd van het seizoen, pakt. Ditmaal is het Italiaanse supertalent Damiano Cunego hem de baas. Geen schande overigens, we praten hier wel over de winnaar van de Giro.
In de winter van 2004 maakt een sterke lichting jonge renners de overstap van de opleidingsploeg naar de pro tour ploeg van Rabobank. Jongens als Thomas Dekker, Pieter Weening, Joost Posthuma en ook Theo Eltink eisen de aandacht voor zich op met meer dan behoorlijke resultaten.
In de grote voorjaarsklassiekers is het echter nog altijd de oude lichting die om de bloemen rijdt. Boogerd zelf komt wat moeizaam op gang nadat een blessure zijn voorbereiding in de war stuurt. Toch is hij in staat Freire in zijn regenboogtrui aan de eindzege in de Tirreno-Adriatico te helpen. In Vlaanderen komt Dekker tekort en doet Kroon zichzelf tekort.
De Amstel Gold Race verloopt - letterlijk - mistig. Daardoor komt de koers nooit echt los. Terwijl Michael baalt, lijkt Karsten Kroon aanspraak te mogen maken op de zege als hij met een groepje wegrijdt in de laatste dertig kilometer. Zij worden uiteindelijk ingerekend door het peloton waarna Rabobank de kaart Freire trekt. Dekker en Boogerd trekken de sprint op de steile Cauberg perfect aan, maar helaas heeft de Spanjaard zichzelf deze keer overschat. Danilo Di Luca sprint naar de zege. Michael wordt knap tweede. Misschien dat er wel meer ingezeten had als hij direct voor zichzelf gekozen had. Kortom: Boogerd baalt een beetje, Kroon baalt een beetje en Freire... die haalt de schouders op. Je kunt nou eenmaal niet altijd winnen.
De Waalse Pijl wordt overgeslagen om top te zijn in Luik. Daar is Michael naar eigen zeggen de sterkste man in koers. Hoezeer Kroon, Dekker en Weening echter ook hun best doen, het blijkt onmogelijk om de rijen gesloten te houden. Terwijl iedereen op het achterwiel van Boogerd rijdt, muizen Jens Voigt en Alexandre Vinokourov ervan tussen op dik 50 km van de streep in Ans. Gegangmaakt door stoomlokomotief Voigt slagen ze erin voorop te blijven, vooral ook omdat in de achtervolgende groep alleen Rabobank wil rijden. Vinokourov wint de sprint en direct achter Voigt rolt Michael over de streep: hij heeft de concurrentie in de achtervolgende groep in de lastige finale weten te lossen maar ook de twee koplopers nog pakken is nét te veel gevraagd.
Na Luik-Bastenaken-Luik breekt er voor Michael even een rustperiode aan om zich vervolgens te gaan voorbereiden op de Tour.
“Pas de cadeaux” heeft Lance Armstrong verordonneert bij zijn laatste Tourdeelname. En wat hij daarmee bedoelt blijkt in etappe nummer 15, die dwars door de Pyreneeen loopt. Er rijdt die dag een sterke kopgroep weg met daarbij ook Michael Boogerd. Terwijl de voorsprong groeit naar boven de 18 minuten, de grootste voorsprong van een kopgroep in deze editie van de Tour, wordt de kopgroep steeds kleiner. Dekker moet eraf, Kroon moet eraf, Brochard moet lossen... Boogerd blijft lang in het spoor van de eersten maar de slotklim naar Pla d’Adet is er uiteindelijk teveel aan. De eerste luitenant van Lance Armstrong, George Hincapie, blijft over met Oscar Pereiro. Hincapie heeft zich de hele dag zorgvuldig weggestoken en profiteert (pas de cadeaux!) van het werk van de anderen. Michael komt een kleine minuut later als vierde over de streep.
Ondertussen rijdt de andere Michael van Rabobank, Michael Rasmussen, al een tijdje rond in de bolletjestrui. Hij heeft al een rit gewonnen, net als youngster Pieter Weening. De sfeer in de ploeg is dan ook prima en Michael verzet bergen werk voor zijn collega’s. Met als resultaat dat Rasmussen ook op de Champs Elysees nog in de bolletjes het podium op mag.
In het najaar bereidt Michael zich na winst in het criterium van Boxmeer gewoontegetrouw voor op de najaarsklassiekers en het WK. Bij het inrijden voor de proloog van de Eneco Tour komt hij echter ongelukkig ten val door een onvoorzichtige toeschouwer. Van de verwondingen blijft hij de hele etappekoers lang last houden. En de Clasica San Sebastian slaat hij maar over.
In de Ronde van Polen gaat het echter al weer een stuk beter. Michael kan er veel nuttig werk doen voor Pieter Weening en Thomas Dekker, die indruk maken en de ronde respectievelijk als tweede en derde beëindigen. Weening wint zelfs een etappe. Doordat Michael een behoorlijk sterke tijdrit rijdt, weet hij zelf als zesde te eindigen in het eindklassement.
Op het WK lijkt Michael op weg naar een medaille als hij op het toch wel pittige parkoers in Madrid in de laatste ronde weg is met nog 5 man, waaronder ook Koos Moerenhout. Michael rekent zichzelf zeker bij de drie beste finishers, wat dus minimaal brons op zou leveren. Niemand houdt het nog voor mogelijk, maar het gebeurt toch: het peloton komt terug. En dan staat er natuurlijk geen maat meer op Tom Boonen, die de wereldtitel pakt voor Alejandro Valverde en Anthony Geslin.
Michael blijft last houden van kwetsuren. Zijn knie speelt op, waardoor hij het Kampioenschap van Zurich en de Ronde van Lombardije moet laten schieten. Einde seizoen!
In 2006 lijkt het allemaal voorspoedig te beginnen. Mallorca, Valencia... er wordt lekker getraind. Als in Nederland vervolgens het weer omslaat vertrekt Michael vanuit de Limburgse sneeuw direct naar Toscane om met Thomas Dekker en Alessandro Petacchi zijn kilometers te maken. In de Tirreno-Adriatico, voor Boogerd de eerste echte grote afspraak van het seizoen, is hij dan ook sterk genoeg om Thomas Dekker mee naar de eindoverwinning te loodsen. Vervolgens slaat het noodlot toe en wel op heel ongelukkige wijze. Geen val van de fiets, nee, tijdens het spelen met zoontje Mikai verstapt hij zich en breekt een botje in zijn voet.
Na een dag in het gips besluit Michael de voet te laten tapen en de pijn te gaan verbijten. De Ronde van Vlaanderen en de Brabantse Pijl moet hij uiteraard aan zich voorbij laten gaan, maar in het Baskenland is hij weer van de partij. Net op tijd en heel wat bloed, zweet en trainen verder is hij er weer klaar voor. Gelukkig maar, want de Amstel Gold Race en LBL staan voor de deur. Karsten Kroon, inmiddels vertrokken naar CSC, gooit de koers open op de Eyserbosweg. Een kopgroep, met daarbij natuurlijk Michael Boogerd, ontstaat. Vlak na de Keutenberg ontsnapt Kroons collega Frank Schleck. Die houdt knap stand. Wesemaan wordt tweede, Boogerd eindigt op de derde plaats en pakt daarmee alweer zijn zevende podiumplaats in de Amstel Gold Race!
In Luik-Bastenaken-Luik houdt Michael heel Nederland aan de buis gekluisterd als hij in de afdaling van de Cote de Sprimont het hazenpad kiest met Joaquin Rodriguez. Bettini probeert tevergeefs naar de twee toe te rijden. De voorsprong groeit richting de minuut. Zou het dan eindelijk lukken? Maar Rodriguez rijdt niet echt door, hij heeft Valverde namelijk nog achter de hand. En omdat de troepen achter het tweetal zich organiseren, worden ze toch nog gegrepen op de Saint-Nicolas. De allersterksten blijven over in Ans, waar Valverde inderdaad de snelste blijkt voor Paolo Bettini en Damiano Cunego. Boogerd wordt nog knap vijfde.
Het NK wordt gelukkig na enkele jaren geklungel in Nijmegen – en nog erger – Rotterdam weer georganiseerd waar het thuis hoort: Zuid-Limburg. Michael Boogerd pakt meteen zijn kans en wordt voor de derde keer in zijn loopbaan Nederlands Kampioen. Sebastian Langeveld rijdt kort voor het ingaan van de laatste ronde weg uit de kopgroep, maar krijgt al snel gezelschap van Boogerd. Deze laat zijn medevluchter in de laatste kilometers achter zich en soleert naar de streep. Een prachtige overwinning, al wordt er links en rechts gesuggereerd dat Langeveld op zijn minst een leuke Rabobonus heeft overgehouden aan zijn prestatie.
In de dagen voorafgaand aan de Tour de France van 2006 ontploft er in de wielerwereld een nieuwe dopingbom als de Spaanse justitie bekend maakt dat er sterke vermoedens zijn dat een aantal zeer gerenommeerde coureurs zich heeft laten prepareren door de Spaanse arts Eufemiano Fuentes. De teams houden voor de start een topoverleg met als gevolg dat een aantal topfavorieten niet zal starten. Zo vertrekken onder andere Jan Ullrich en Ivan Basso naar huis.
Net als in 1998 blijkt: hoe meer gedoe over doping, hoe beter Boogerd rijdt. Rabobank zet sowieso fantastische presentaties neer: Menchov pakt een bergetappe, Michael Rasmussen de koninginnen-etappe en de bolletjestrui en Freire mag twee keer met de bloemen zwaaien. Boogerd helpt zijn ploegmaats waar hij maar kan. Lang leeft de hoop dat Menchov de Tour kan winnen. Boogerd gidst hem als het ware naar de zege in de tweede bergetappe. Maar helaas, de Rus wordt met de dag wat minder sterk en in de laatste bergetappe rijdt Boogerd hem zelfs uit het wiel op de Joux-Plane. Het levert hem die dag een meer dan keurige vijfde plaats op. Het is een zeer gedenkwaardige dag trouwens, waarop de Amerikaan Floyd Landis (met een versleten heup nog wel!) de minuten die hij met een kolossale inzinking een dag tevoren verloren heeft, weer goedmaakt en opnieuw in het geel gehesen wordt. Kort na de Tour valt hij echter door de mand: hij blijkt positief getest te zijn op testosteron. Vreemd, iedere renner weet immers dat dit middel gemakkelijk op te sporen is en het is maar zeer de vraag of het op korte termijn wel een prestatiebevorderend effect heeft...
Na zijn goede Tour is Michael weer een graag geziene gast bij de traditionele criteriums. Hij wint er vier, die van Zwolle, Oostvoorne, Chaam en Boxmeer. Kennelijk lijdt zijn conditie er niet al te veel van, want in de Ronde van Spanje komt hij al snel weer op niveau. Om zich optimaal voor te bereiden op het naseizoen, rijdt hij de Ronde niet uit, maar neemt hij op tijd rust.
Dit plan slaagt, want op het WK in Salzburg meldt hij zich weer voorin. In de laatste ronde ontsnapt een elitegroepje met Bettini, Kroon, Vinokourov en dus ook Boogerd. Helaas blijkt het parkoers niet lastig genoeg om weg te blijven. Bettini boort vervolgens Erik Zabel en Alejandro Valverde de wereldtitel door de neus door ze te kloppen in de sprint.
Een week later gaat Boogerd in de Zuri-Metzgete weer met de besten mee omhoog. De allersterkste is echter Samuel Sanchez. De Spanjaard ontsnapt vlak voor de top van het laatste klimmetje en stort zich vervolgens naar beneden over de gevaarlijke gladde wegen. Op het laatste vlakke stuk houdt hij gemakkelijk stand, zelfs als erkend tijdrijder Fabian Cancellara weer aansluit bij de achtervolgers. Boogerd moet het in de eindsprint afleggen tegen de snelle Rebellin en O’Grady en wordt vierde.
Met de Ronde van Lombardije wordt het serieuze gedeelte van het seizoen besloten. Boogerd kampt al enige tijd met rugklachten en heeft daar ook deze dag weer last van. Toch houdt hij lang zicht op een podiumplaats of zelfs een overwinning. Paolo Bettini – weer hij – maakt echt een eind aan deze droom door ogenschijnlijk gemakkelijk uit de kopgroep weg te fietsen. Huilend draagt hij de overwinning op aan zijn broer Sauro, die in de week daarvoor overleden is bij een verkeersongeluk.
Na wat feestwedstrijdjes rondom het afscheid van ploegmaten Marc Wauters en Erik Dekker en de inmiddels traditionele Amstel Curaçao Race, waar Dekker definitief afscheid neemt, volgt er toch nog een soort van overwinning: Michael Boogerd wordt gekozen tot Nederlands renner van het jaar.
Geschreven door: Joris van Dooren en Marcel Koch